De Bevalling
Elke bevalling is anders. Iedere vrouw beleeft het op haar eigen manier. Wel verlopen de meeste bevallingen volgens dezelfde stappen. Je kunt zelf veel doen zodat je vol vertrouwen de bevalling tegemoet gaat, een goede voorbereiding is het halve werk.
De bevalling begint meestal tussen 37 en 42 weken zwangerschap. Voor of na die periode heb je een medische indicatie vanwege een verhoogde kans op complicaties. Het advies is dan om te bevallen in het ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog.
Slijmprop
In de periode voor de bevalling gaat je lichaam zich voorbereiden. Naast voorweeën kun je ook wat (bloederig) slijmverlies hebben. Dit noemen we ook wel het verliezen van (delen van) de slijmprop. De bevalling is dan nog niet begonnen. Het geeft wel aan dat de baarmoedermond al bezig is met veranderen. De slijmprop wordt tot de bevalling steeds weer opnieuw aangemaakt en beschermd tegen infecties.
Weeën
90% van de bevallingen begint met weeën. Soms heb je voor de bevalling ook al voorweeën oftewel Braxton Hicks contracties. Deze krampen of harde buiken zijn onregelmatig en kondigen nog niet de bevalling aan.
Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je buik. De weeën worden sterker en langer, komen vaker met meer regelmaat en doen meer pijn naarmate de bevalling vordert.
Een goede test om te zien of deze weeën het begin van de bevalling zijn is een warme douche of bad te nemen. Voorweeën zullen hiervan meestal afnemen en echte weeën zullen hiervan toenemen.
Vruchtwaterverlies
10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen. Vruchtwater ziet er meestal helder of wittig uit en het heeft een zoetige geur. Het verschil tussen urineverlies en vruchtwaterverlies is dat vruchtwater steeds blijft aflopen zonder dat het mogelijk is om het op te houden. Probeer bij het breken van de vliezen wat vruchtwater op te vangen (in een glas / bakje) en bewaar je ondergoed / maandverband zodat we dit kunnen bekijken en controleren. Advies bij gebroken vliezen zonder weeën: geen bad nemen (douchen mag wel), geen tampon inbrengen en geen gemeenschap.
Volg het “beladvies bij de start van de bevalling”, dit ontvang je van ons tijdens het individuele gesprek over de bevalling.
Ontsluitingsfase
De baarmoedermond sluit de baarmoeder in de zwangerschap af en houdt de baby binnen. Je kunt dit voor je zien als een ballon met de baarmoedermond als ‘tuutje’. Aan het einde van de zwangerschap en zeker tijdens de bevalling gaat de baarmoedermond veranderen: deze komt meer naar voren, wordt korter (‘verstrijken’), zachter (‘verweken’) en gaat open (‘ontsluiting’).
De beginfase van de bevalling noemen we de ‘latente fase’. In deze fase vinden de veranderingen aan de baarmoedermond plaats. Daarna kan de ontsluiting verder toenemen in de ‘actieve fase’. Hier zijn sterke weeën voor nodig, die langer duren (1-1,5 minuut) en vaker komen (elke 3 tot 5 minuten, geteld van begin van de ene wee tot begin van de volgende wee). Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug en sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert. Tijdens de laatste centimeters ontsluiting zijn ze meestal het heftigst. Soms worden de pauzes tussen de weeën weer wat langer als de uitdrijving begint.
Bij een eerste bevalling is de baarmoedermond nog stug en opent daardoor minder makkelijk dan bij een volgende bevalling. Hoe snel de ontsluiting gaat, hangt af van de weeën en of je eerder bevallen bent. Verder spelen veel factoren een rol:
- Hoe je je voelt op dat moment en of je goed kunt ontspannen.
- Of de baby goed ingedaald is en in de juiste positie in je bekken ligt.
- Of je wordt ingeleid of een spontane start van je bevalling hebt.
De eerste centimeters van de ontsluiting gaan meestal langzamer dan het laatste stuk. Soms verandert de ontsluiting gedurende een paar uur niet. Het lijkt dan alsof er niets gebeurt, maar het tegendeel is waar. De baarmoedermond kan platter en zachter worden of het hoofdje van de baby is dieper in het bekken gekomen. De centimeters geven misschien houvast maar zeggen lang niet alles over de voortgang van de bevalling.
Hoe snel de ontsluiting gaat is heel moeilijk te voorspellen. Soms gaat het vanaf de start van de actieve fase ‘volgens het boekje’: een centimeter per uur. Het kan ook ineens heel snel gaan, terwijl het daarvoor misschien langdurig hetzelfde was. 10 centimeter noemen we volledige ontsluiting, de baarmoedermond is dan niet meer voelbaar. Als je baby diep met het hoofdje is ingedaald en je voelt persdrang, is het tijd voor de volgende fase van de bevalling: de uitdrijving.
Persweeën
Als je volledige ontsluiting hebt en de baby is diep genoeg ingedaald in je bekken waardoor je persdrang krijgt, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Op het hoogtepunt van de wee voel je dan een drang om te drukken: dit heet persdrang. Je kunt het niet tegenhouden. Elke perswee zorgt ervoor dat het hoofdje van je baby steeds verder in je bekken komt.
Het persen duurt bij een eerste baby gemiddeld een uur en bij een tweede of volgende baby gemiddeld een half uur. Hoe snel het persen gaat heeft te maken met de kracht van je weeën, hoe vaak de weeën komen en hoeveel kracht je lichaam daarbij kan geven. Verder hangt het af van de ligging van je baby en of je al eerder bevallen bent.
Het kan zijn dat je lichaam sterk aangeeft dat je moet persen en dat het goed lukt om hieraan toe te geven. Misschien is het ook even wennen en ‘omschakelen’. Wij zijn er om je hierbij te begeleiden.
Geboorte
Tijdens het persen maakt de baby een draai door het bekken, onder je schaambot door en moet hiervoor als het ware ‘een bochtje om’. Als deze bocht gemaakt is blijft het hoofdje ‘staan’: een groot deel van het hoofdje is dan te zien. Als het hoofdje staat geeft dat vaak een brandend gevoel, dit wordt ook wel de ‘ring of fire’ genoemd. Een warme of koude washand tegen je bekkenbodem kan dit gevoel een klein beetje verlichten. De branderigheid is vervelend, maar bedenk dat je baby er nu echt bijna is! Vaak komt het hoofdje bij elke wee een klein beetje verder en zakt het na de wee weer terug. Het terugzakken is niet erg en zorgt ervoor dat de bekkenbodem rustig op kan rekken.
Placenta
Na de geboorte trekt de baarmoeder nog samen om de placenta los te laten komen en om te voorkomen dat je veel bloed verliest. Dit kan aanvoelen als weeën en worden dan ook ‘naweeën’ genoemd. Vaak komt de placenta binnen een half uur na de geboorte van je kindje.
Plaats van de bevalling
In Nederland kun je ervoor kiezen om thuis te bevallen of poliklinisch in het ziekenhuis onder begeleiding van je eigen verloskundige. Uit onderzoek weten we dat (zonder medische indicatie) beide opties even veilig zijn. Belangrijk is dat je op de plaats bevalt waar jij je het meest prettig voelt en het beste kunt ontspannen.
Voor een veilige situatie bij een thuisbevalling is het belangrijk dat de woning goed toegankelijk is. Zo kunnen we snel verplaatsen naar het ziekenhuis als er een complicatie ontstaat. Dit betekent dat het gewenst is om op de begane grond te bevallen of eventueel op de eerste verdieping met een goed toegankelijke trap (dus geen wenteltrap). Bij een appartement op tweede etage of hoger is het wenselijk als er een lift (van redelijke grootte) aanwezig is. Bespreek met ons de mogelijkheden als je graag thuis zou willen bevallen.
Voor een poliklinische bevalling werken wij samen met het Geboortehuis Leiden (in het LUMC) en het Alrijne Leiderdorp. Beide hebben een bevalbad waar we indien gewenst gebruik van kunnen maken (mits beschikbaar / niet bezet).
Laat het ons weten als je geen eigen vervoer hebt of kunt regelen. In principe bellen we dan een taxi als we naar het ziekenhuis gaan.
>>> TIP: Neem een €0,50 en €2 munt mee voor een rolstoel bij het ziekenhuis.
NB: Het LUMC is een academisch / opleidingsziekenhuis, dit betekent dat je bij een medische indicatie vaak artsen in opleiding en coassistenten zult tegenkomen.
Soms is of ontstaat er een medische indicatie, dit kan zijn op basis van je medische voorgeschiedenis of door een complicatie in de zwangerschap / tijdens de bevalling. Het advies kan dan zijn om (verder) te bevallen in het ziekenhuis, maar nog wel onder verantwoordelijkheid van je eigen verloskundige (plaats-indicatie). Daarnaast is soms het advies om zowel in het ziekenhuis te bevallen als onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog in plaats van je eigen verloskundige. Uiteraard bespreken we dit met je als er een medische indicatie ontstaat.
Badbevalling
Sommige vrouwen vinden het prettig om in bad te bevallen. Je kunt hiervoor een bad huren, dit is wat groter dan je eigen bad waardoor je de ruimte hebt om in het water te bewegen. Het warme water helpt om te ontspannen en dit kan het bevallingsproces bevorderen. Vraag ons indien gewenst over de mogelijkheden.
Het GeboorteHuis Leiden (LUMC) en het Alrijne ziekenhuis Leiderdorp hebben beide 1 badkamer met bevalbad. Indien beschikbaar en zo mogelijk kun je hier gebruik van maken.
Geboorteplan / Bevalplan
Voor de bevalling kun je een geboorteplan oftewel bevalplan schrijven. Dit is een document waarin je jouw wensen en verwachtingen ten aanzien van de bevalling opschrijft. Het geboorteplan / bevalplan is een middel om te communiceren met degenen die de bevalling begeleiden. Zorg ervoor dat je geboorteplan / bevalplan bij ons bekend is en je een geprinte versie in je bevaltas hebt.
Bevaltas
Het is verstandig een tas klaar te zetten met spullen voor bij de bevalling, zowel als je thuis wilt bevallen als in het ziekenhuis. In de bevaltas doe je kleding voor de baby (= 2 volledige pakjes inclusief romper + sokjes + muts, eventueel in 2 verschillende maten, en een jasje); kleding voor jezelf (voor tijdens en na de bevalling) en toiletspullen. Ook een badjas en slippers kan fijn zijn mocht je gebruik willen maken van het bevalbad in het ziekenhuis. Een extra setje kleding voor je partner is ook handig (liefst een vest i.p.v. trui om huid-op-huid-contact te kunnen hebben met de baby).
Kraampakket
Zowel bij een thuisbevalling als een bevalling in het ziekenhuis heb je een kraampakket nodig. Deze kun je aanvragen bij je zorgverzekering. Indien je deze niet van je zorgverzekeraar krijgt kun je het pakket zelf kopen bij de thuiszorgwinkel (Vegro). Laat alle items vooral in de doos zitten zodat wij niet hoeven te zoeken. Alle items van het kraampakket hoeven niet in je bevaltas.